Stappenplan

stap 1

    1. Verzamel boeken, tijdschriften, folders en informatie van internet. Je kunt deze informatie meestal wel vinden in de bibliotheek of op school. Probeer ook wat spulletjes te zoeken die passen bij het onderwerp. (bijvoorbeeld: tennisracket, foto's, voetbalshirt, dingen uit de natuur)
    2. Je leest en bekijkt de boeken
    3. Je beslist wat je gaat gebruiken, kies je onderwerpen
    4. Maak hoofdstukken voor een duidelijk overzicht van je spreekbeurt of werkstuk

stap 2

    • Hoe zal de klas reageren op jouw onderwerp? Denk je dat ze het een leuk onderwerp vinden? Of denk je van niet? Weten ze er al veel over? Heeft iemand anders het onderwerp al gekozen en besproken?
    • Weet je al iets over het onderwerp? Het kan zijn dat je al iets over het onderwerp weet, maar dit hoeft niet zo te zijn. Het is natuurlijk makkelijker om al wat te weten over het onderwerp, maar het is ook een grote uitdaging om een onderwerp te kiezen waar je nog niks over weet. Zo leer je zelf ook wat bij!
    • Is er genoeg informatie over het onderwerp te vinden? Over sommige onderwerpen is maar weinig informatie te vinden. Het is dus beter om deze onderwerpen niet uit te kiezen voor een spreekbeurt, omdat je dan in de problemen komt doordat je te weinig informatie hebt.

stap 3

    1. Schrijf (typ) de spreekbeurt / werkstuk helemaal uit.
    2. Schrijf niet alles letterlijk uit het boek over maar maak nieuwe zinnen met je eigen woorden.
    3. Lees de spreekbeurt daarna hardop een paar keer voor jezelf voor. Maak eventueel een samenvatting.
    4. Schrijf een paar trefwoorden (de belangrijkste onderwerpen) op. Met behulp van deze trefwoorden kun je de spreekbeurt zoveel mogelijk uit je hoofd vertellen.
    5. Plaats leuke plaatjes tussen de hoofdstukken dit kunnen plaatjes zijn van internet of plaatjes die je er later inplakt. Zorg dan wel dat je ruimte openlaat om je plaatje te plakken.
    6. Tip: afbeeldingen zoeken en toevoegen via internet: klik hier

stap 4

    1. Kijk zoveel mogelijk de klas in, kijk een beetje rond en niet steeds naar dezelfde kinderen.
    2. Als afsluiting van een spreekbeurt kun je het beste een paar vragen stellen aan de klas. Je weet dan meteen of ze goed naar jou hebben geluisterd.
    3. Laat pas op het einde van jou spreekbeurt de spulletjes rond gaan. Doe dat nooit tijdens de spreekbeurt, want dan letten de kinderen niet op jou, maar op de spulletjes.
    4. Als je een dier mee neemt, laat deze aan het begin en aan het eind zien. Niet tijdens jouw verhaal. Dieren maken onverwachte geluiden en bewegingen waardoor de kinderen niet meer naar je luisteren.
    5. Plaatjes en tekeningen kun je op het bord hangen. Denk er aan dat iedereen dit moet kunnen zien. Hele kleine plaatjes hebben dus geen zin.

Tips tegen de zenuwen

    • Bijna iedereen die een spreekbeurt moet houden is zenuwachtig. Dat is heel normaal. Toch moet je doorzetten. Hoe vaker je een spreekbeurt houdt, hoe minder last je van zenuwen krijgt. Je krijgt dan meer zelfvertrouwen zodat het vanzelf beter zal gaan.

Dus . . .

    • Zorg voor een goede voorbereiding
    • Gebruik een briefje/kaartje waar je de belangrijkste woorden op hebt staan
    • Oefen thuis een keer voor je ouders/broertje/zusje of voor de spiegel
    • Probeer rustig adem te halen